Bewegen op vakantie

Mijn Japanse balans tussen sushi en stappen

Ik ben in Japan. En eerlijk? Dit land is een paradijs voor mensen die ongemerkt in beweging willen blijven. Alleen al van de ene ramenbar naar de volgende tempel wandelen, tikt m’n stappenteller vrolijk door. Toch zie ik het vaak: zodra de vakantie begint, gaat de sporttas in de kast en is “bewegen” even geen prioriteit meer. En dat is helemaal oké — vakantie is bedoeld om te ontspannen. Maar een beetje beweging tussendoor zorgt er wél voor dat je na je reis niet weer van nul hoeft te beginnen.

Geen sportschool

Ik pak het hier in Japan niet te streng aan. Geen sportscholen of dumbbells, maar gewoon dagelijks actief zijn zonder dat het voelt als trainen. Trappen lopen in een metrostation, slenteren door markten in Osaka, of een omweg nemen omdat ik per ongeluk verkeerd ben gelopen (gebeurt vaker dan ik wil toegeven). Alles telt.

’s Ochtends doe ik soms een mini-workout in m’n hotelkamer. Vijf minuten planken, squats of wat push-ups. Puur en alleen omdat ik weet dat ik me dan nét iets beter voel bij die tweede portie sushi later op de dag. En eerlijk, het helpt. Bewegen geeft energie, zelfs als je in vakantieritme zit.

Lekker ontspannen. Perfectie komt weer als je terug bent

Het mooie is: het hoeft allemaal niet perfect. Je hoeft geen strakke planning te hebben of je training bij te houden in een app. Als je maar iets doet. Lopen, zwemmen, fietsen, hiken… of dansen op een lokaal straatfestival (ja, dat telt ook).

Wat ik merk: actief blijven op vakantie maakt alles leuker. Je ziet meer, voelt je fitter, en geniet bewuster van dat biertje of die ijsco daarna. Voor mij draait het niet om niet om discipline, maar puur om de balans.

Dus ja, ik ben op vakantie. Ik eet, ik loop, ik lach. En ik noem het geen sport. Ik noem het gewoon vakantie met wat extra beweging.