TEKST Ferris ter Meer
BEELD Roberto Nickson
PUBLICATIE 02-12-2025 | 10:15
Steeds meer Nederlanders trekken de nacht in voor een beetje magie. Niet voor het stappen, maar voor iets heel anders: de sterrenhemel. Een groeiende groep reizigers heeft één duidelijke wens op de bucketlist staan — een plek bezoeken waar de hemel écht donker is. Geen stadslichten, geen neonreclame… gewoon het universum op z’n allermooist.
En dat is niet zo gek, want wat blijkt?
De nacht wordt steeds aantrekkelijker als reisdecor. Niet alleen omdat het magisch voelt, maar ook omdat veel reizigers liever activiteiten plannen als de zon laag staat.
Het resultaat? We gaan later op pad, vaker naar buiten als het donker wordt en ontdekken plekken die overdag misschien niet eens zoveel indruk zouden maken.
Donkere-hemelbestemmingen zijn hot. Denk aan nationale parken, eilanden ver weg van lichtvervuiling en kleine dorpen waar je ’s nachts nog écht duisternis vindt. De reis zelf wordt bijna meditatief: dekentje mee, warme drank, kijken naar de Melkweg alsof je ’m voor het eerst ziet.
Liever niet te ver en iets meer luxe dan een kleedje. Wat dacht je van dit chalet op een rustig park aan de rand van de Veluwe. Vanuit een grote jacuzzi met een glas champagne lekker naar de sterren kijken.
Sterrenkijken voelt een beetje als terug naar de basis gaan. Rust. Ruimte. En een enorme reminder dat we eigenlijk maar een heel klein stipje zijn in die gigantische kosmos.
Of je nu een romantische nachtwandeling wilt maken, een meteorenzwerm wilt spotten of gewoon even unplugged onder de nachtelijke hemel wilt liggen. De sterren roepen je.
En steeds meer reizigers luisteren.