TEKST Ferris ter Meer
BEELD Enikő Tóth | Pao Dayag
PUBLICATIE 02-07-2025 | 13:50
Je kent ze wel: die perfecte boeketten die altijd in bloei lijken te staan. Geen bruine randjes, geen vallende blaadjes, geen water dat je moet verversen. Kunstbloemen. Maar zijn ze eigenlijk een stijlvol alternatief voor verse bloemen — of toch een beetje armoedig?
Het antwoord is… beide. Want kunstbloemen zijn als panty’s met open schoenen: als je het goed doet, kan het chic zijn. Maar als je het verkeerd doet, wordt het al snel een modemetaforisch ongelukje.
Je hoeft niet wekelijks een nieuw boeket te kopen of een dooie tulp uit de vaas te vissen. Ideaal voor wie wél sfeer wil, maar geen tijd of zin heeft in bloemenonderhoud.
Nieuwe kunstbloemen zijn soms bijna niet van echt te onderscheiden. De zijden en ‘real-touch’ varianten voelen natuurlijk aan en hebben subtiele kleurnuances. Weg met het glanzende plastic van vroeger.
Geen zonlicht of frisse lucht? Geen probleem. Kunstbloemen floreren waar echte planten zouden verpieteren — denk: badkamer, zolderkamer, vakantiehuisje.
Zien je bloemen eruit alsof ze uit een grabbelton komen bij de Action in 1998? Dan is het antwoord duidelijk. Investeer liever in een paar mooie stelen dan in een hele bos glanzende nepheid.
Een woonkamer vol kunstbloemen is geen botanische tuin, maar eerder een toneelset. Houd het subtiel en laat de ruimte ademen.
Stoffige bloemen zijn nooit charmant, nep of niet. Stof ze af of spoel ze af onder de douche (ja, echt).
- Combineer met droogbloemen of takken voor een natuurlijk effect.
- Kies een glazen vaas met een bodempje water (fake it till you make it).
- Ga voor ton-sur-ton kleuren in plaats van hysterisch bont.
- Voeg er af en toe een échte bloem aan toe voor extra geloofwaardigheid
Kunstbloemen kunnen een stijlvol én praktisch decoratie-element zijn — zolang je voor kwaliteit gaat en ze met liefde stylet. Geef ze een kans, maar wees streng bij de keuring. Niet alles wat bloeit, hoeft echt te zijn om mooi te zijn.